Frank-Prins

Aron Frank (1865-1928) en Esther Prins (1868-1934)

Aron Frank ziet het levenslicht in Nijmegen op 2 december 1865. Zijn ouders waren de koopman en godsdienstleraar Abraham Frank (1831-1885) en Sara Goldsmit (1840-1911). Hij trouwt op 21-12-1892 in Amsterdam met zijn volle nicht Esther Prins, dochter van Simon Prins (1836-1922) en Judic Goldsmit (1838-1907). Esther is in Amsterdam geboren op 8 augustus 1868. Aron Frank overlijdt plotseling in Zwolle op 28 januari 1928. Esther verhuist in de loop van dat jaar naar Amsterdam, waar zij op 17 maart 1934 de ogen sluit.

Kinderen

Uit het huwelijk zijn in Zwolle tussen 1894 en 1904 drie zoons en vijf dochters geboren. Uit 1909 dateert onderstaande foto van Aron en Esther met al hun kinderen. Staand van links naar rechts: Judic (Ju) 1898-1976, Sara (Selma) 1894-1943, Simon 1894-1945, Abraham (Bram) 1895-1943 en Maurits (Mau) 1899-1943. Zittend van links naar rechts: Flora 1901-1943, Aron, Rosette (Ro) 1904-2001, Esther en Rebecca (Bep) 1902-1981.

Gezin Frank-Prins, 1909 (bron: Elly Matz-Frank)

Na hun jeugd in Zwolle vestigen alle kinderen zich elders. Abraham en Maurits treden in de voetsporen van hun vader en worden voorzanger. Alleen de dochters Judic, Rosette en Rebecca overleven de Sjoa. Rosette doorstond als lid van de Philipsgroep de gruwelen van Auschwitz.

In dienst van de Zwolse Joodse gemeente

In 1890 krijgt Aron een aanstelling als secretaris van de Israëlitische gemeente en leraar aan de Joodse godsdienstschool in Zwolle. Tevens fungeert hij als voorzanger (chazan), met regelmaat ook in de sjoel in Kampen. In deze hoedanigheid leidt hij de synagogedienst. In 1881 is hij door de examencommissie van het Nederlands Israëlitisch Seminarium toegelaten als godsdienstleraar van de laagste rang, waarna hij tot zijn beroeping in Zwolle werkzaam is in Gorcum. In 1892 rondt hij de studie voor godsdienstleraar van de middelste rang met succes af. Tot het einde van zijn leven, gedurende een periode van 36 jaren, heeft hij de Zwolse gemeente gediend. Generaties Joodse kinderen uit Zwolle hebben van hem les gekregen in kennis van de Thora, Hebreeuws en de Joodse tradities. Ook aan het gymnasium Celeanum doceerde hij het vak Hebreeuws.

De ingebruikname van de nieuwe synagoge in 1899 betekent ook voor Aron Frank een hoogtepunt in zijn carrière. Op 19 mei van dat jaar opent hij de reeks inwijdingsplechtigheden met een toespraak bij de onthulling van een gedenkplaat in de synagoge met de namen van grote donateurs. Namens het bestuur spreekt hij hulde uit voor alle betrokkenen bij de bouw en financiering. Hij benadrukt dat in het hele proces ook nauwgezet de godsdienstige voorschriften zijn gevolgd.

Als secretaris van de Joodse gemeente ondersteunt Aron niet alleen het bestuur, maar ook verschillende Joodse verenigingen en pieuze genootschappen in Zwolle. Bijvoorbeeld de in 1910 mede door hem opgerichte vereniging ter ondersteuning van nooddruftige ouderen. De belangen van de Joodse godsdienstonderwijzers behartigt hij als voorzitter van de Overijsselse afdeling van Achawah, de Bond van Israëlitische Godsdienstonderwijzers in Nederland. Ook is hij jarenlang lid van het landelijk bondsbestuur.

Opperrabbijn Samuel Juda Hirsch (1872-1941), in Zwolle geïnstalleerd in 1902, ambieert strikt herstel van het traditionele en orthodoxe Jodendom, gebaseerd op de Thora en de traditie. Godsdienstige opvoeding en onderwijs zijn daarbij cruciaal. De rabbijn vindt in Aron Frank een geestverwant. Hirsch memoreert na Franks overlijden onder meer diens grote kennis van de Thora en de Joodse tradities, alsmede zijn grote betekenis als vicevoorzitter van de door Hirsch opgerichte Zwolse afdeling van Reisjies Chochmoh (begin der wijsheid), een genootschap voor onderwijs en Thorastudie.

Aron Frank, begin 1928 (bron: Elly Matz-Frank)
Grafsteen van Aron Frank op de voormalige Joodse begraafplaats aan de Willemsvaart. De grafsteen is verdwenen tijdens de oorlog of bij de ontruiming van de begraafplaats (bron: Elly Matz-Frank)

Dienende echtgenote

Naar de normen van de tijd draagt Esther Frank primair de zorg voor haar grote gezin en de opvoeding van de kinderen. Daarnaast past het de echtgenote van een orthodoxe godsdienstleraar sociaal werk te doen en haar echtgenoot waar mogelijk te assisteren. Vanaf de oprichting in 1910 tot haar vertrek uit Zwolle in 1928 is zij een van de drijvende krachten in de damesvereniging Ahawas Chesed ter ondersteuning van behoeftige kinderen die de godsdienstschool bezoeken.

Esther Frank-Prins (bron: Elly Matz-Frank)

Verantwoording

Bronnen en literatuur
Jaap Hagedoorn, Hirsch, Samuel Juda (1872-1941), in:  http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn3/hirsch. 
Mirjam Kan, Frank-Prins, Aron en Esther, ca. 2011 (Collectie Overijssel, Collectie Mirjam Kan).
Bevolkingsregisters en burgerlijke stand van Amsterdam en Zwolle.
Correspondentie van Mirjam Kan met Elly Matz-Frank, 2011 (Collectie Overijssel, Collectie Mirjam Kan).
https://www.geni.com/family-tree/index/6000000012230221123
Joodse Raad Kaarten op www.oorlogsbronnen.nl
Kranten Nieuw Israëlitiesch Weekblad, 1893, 1899, 1910, 1928 en Provinciale Zwolsche en Overijsselsche Courant, 1881 via www.delpher.nl  
Persoonspagina’s van betrokkenen op www.joodsmonument.nl
Reisjies-chochmo: https://www.joodsamsterdam.nl/reisjies-chochmo
www.wiewaswie.nl
Tekst:
Piet den Otter
Laatst bijgewerkt:
Augustus 2022