Denneboom-Zilverberg

Karel Denneboom (1892-1982) en Julia Denneboom-Zilverberg (1896-1969)

Karel Denneboom wordt geboren in Meppel op 23 oktober 1892. Zijn ouders zijn de schoenmaker Israël Denneboom (Staphorst 1849-Amsterdam 1938) en Ester Mesritz (Meppel 1857-Zwolle 1931). Julia Zilverberg ziet het levenslicht in Zwolle op 4 december 1896. Haar ouders zijn marktkoopman Meijer Zilverberg (Zwolle 1870-Auschwitz 1942) en Esther Veterman (Zwolle 1870-Zwolle 1941). Ze heeft zes broers en drie zussen.

In 1893 verhuizen Karels ouders met hun kinderen Joel, Aaltje, Izak en Karel van Meppel naar Zwolle. In Zwolle worden nog Karels zus Saartje en broer Elie geboren. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt Karel gemobiliseerd. Hij is dan gelegerd in Leerdam.

Julia’s ouders bij hun veertigjarig huwelijk, 1935 (bron: Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant)
Karel in militaire dienst, 1915 (bron: Hanne Denneboom)

Gezin en werk

Karel en Julia trouwen in Zwolle op 28 oktober 1919. Na de huwelijksvoltrekking gaan ze aan de Vondelkade 27 wonen. Karels jongere broer Elie woont iets verderop, op Vondelkade 43. Julia wordt driemaal zwanger. Eersteling is zoon Israël (Ies), geboren op 3 augustus 1920. Daarna krijgt zij een miskraam van een dochter. Tenslotte wordt op 14 oktober 1923 hun zoon Meijer (Menno) geboren.

Aanvankelijk verdient Karel de kost als dagloner, hij loopt met een voddenkar. Later vindt hij werk als administrateur, inkoper en bedrijfsleider bij de firma van Eduard Danneboom (1876-1945). Dat is een recyclingbedrijf aan de Deventerstraat, later genoemd de Van Karnebeekstraat, waar wordt gehandeld in oud papier, vodden, vellen en huiden. Daarnaast is Karel vanaf maart 1935 administrateur voor de rituele keuken van het Sophia Ziekenhuis.

Karel en Julia met zoon Menno (bron: Etienne Denneboom)
Karel en Julia met zoon Ies (bron: Etienne Denneboom)
Julia bij de voddenkar van haar echtgenoot Karel (bron: Etienne Denneboom)

Oorlogsjaren

In het begin van de oorlog woont het gezin nog aan de Vondelkade. Op een avond loopt Karel de Nieuwe Vecht in, als gevolg van de verplichte verduistering. Ies en Menno moeten zich  eind augustus 1942 melden voor de gedwongen tewerkstelling van Joodse mannen in een werkkamp in Friesland. Vandaar komen zij op 2 oktober terecht in Westerbork. Na zes dagen weten Ies en Menno uit Westerbork te ontsnappen en naar Zwolle terug te keren, samen met twee andere Joodse jongemannen uit Zwolle, Meijer Caneel en Maupie de Leeuw. Meijer Caneel is een achterneef van Ies en Menno. Hierna duiken zij onder, Ies bij de familie Noordhof aan de PC Hooftstraat, Menno op verschillende adressen buiten Zwolle.

Karel en Julia zijn even beschermd door een Sperre, een tijdelijke vrijstelling van ‘tewerkstelling in het oosten’ zoals de bezetter de deportatie naar de vernietigingskampen eufemistisch aanduidt. Karels werk in de recycling van materialen is belangrijk gezien de toenemende schaarste aan grondstoffen. Met de deportatie van de laatste Joodse Zwollenaren in zicht duiken ook zij medio maart 1943 onder. Ze gaan naar het bedrijfspand van Danneboom aan de Deventerstraatweg. Achter het pakhuis staat de berging van schilder Van Corbach. In  geïmproviseerde kamertjes vinden zij daar onderdak tot aan de bevrijding.

Joodse Raad Kaart van Karel (bron: Arolsen Archives)

Na terugkomst ontdekken Karel en Julia dat hun woning aan de Vondelkade door anderen wordt bewoond. Hun meubels waren in beslag genomen, maar een deel van de inboedel is nog in een opslag terug te vinden. De woningcoöperatie is niet erg behulpzaam om hen hun huis aan de Vondelkade terug te geven en Karel moet uiteindelijk met hulp van de politie de bewoners eruit laten zetten. In september krijgt Karel via de Commissie roerende goederen van vijanden en landverraders zijn schrijfmachine terug. Wel moet hij fl. 25,00 neerleggen voor opsporingskosten. De intussen heropgerichte Nederlands Israëlitische Gemeente is bereid om dat voor hem te voldoen.

Het leven weer oppakken

Na de oorlog blijkt welke ramp zich in beide families door toedoen van de nazi’s heeft voltrokken. Julia verloor haar vader (weduwnaar sinds 1941), vier van haar zes broers en op een na alle zussen. Alleen haar jongste zus Klara en haar broers Elias en Alexander hebben de oorlog overleefd. Ook Karels broers Joel en Izak en zus Saartje waren vermoord in Auschwitz en Sobibor. Alleen zijn zus Aaltje overleefde, zij was getrouwd met de niet-Joodse Petrus Beers.

Kort voor de bevrijding overleed Eduard Danneboom op 3 april 1945 in Westerbork. Karel heeft geprobeerd het bedrijf over te nemen van de weduwe Selma Danneboom-Katz (1882-1976). Dat mislukte omdat geconfisqueerde gelden en effecten,  gedeponeerd bij de Liro-bank, nog niet werden uitbetaald. Evenmin werd er krediet op verstrekt. De uitkering van een levensverzekering leverde onvoldoende liquide middelen op. Uiteindelijk koopt Meijer Kan uit Steenwijk de firma Danneboom, die hij samenvoegt met zijn handelsbedrijf in oude metalen in Steenwijk en de schroothandel van de eveneens omgekomen Samuel Boektje in Kampen. Karel Denneboom blijft er administrateur, inkoper en bedrijfsleider. Later zal Karels zoon Menno deze functie krijgen. Terwijl het bedrijf in eerste instantie Kan-Danneboom heet, daarna H. Kan en Zonen en vervolgens H.I. Kan en Zoon, is er in de volksmond veel verwarring. Bij veel Zwollenaren staat het bekend als ‘Kan en Denneboom’. 

Julia kan moeilijk het verlies van haar ongeboren dochtertje, ouders en broers en zussen verwerken. Voor zo ver bekend, heeft zij niet buitenshuis gewerkt. Zij zorgt voor het gezin. Bekend is dat zij een uitstekend kok was; befaamd om haar zoetzure komkommers.

Karel is buiten zijn werk jarenlang maatschappelijk actief als penningmeester van de Joodse Gemeente Zwolle. Dammen is zijn grootste hobby. Hij speelt meer dan een halve eeuw in clubverband bij Damclub Zwolle aan de Badhuiswal en sleept daarbij veel prijzen weg. Ook in ander opzicht is Karel een man van vastigheid. Vrijwel elke dag gaat hij langs bij de kapper aan de Philosophenallee voor een scheerbeurt. Een verzorgd uiterlijk is voor hem belangrijk.

Karel, zittend in het midden, 50 jaar lid van Damclub Zwolle, 15 december 1961 (bron: Carel Denneboom/Aharon Oren)

De laatste jaren

Op latere leeftijd verhuizen Karel en Julia naar de Wiecherlinkstraat. Als ze verzorging nodig hebben, gaan ze wonen in het Menno van Dam Huis, het toenmalig Joodse bejaardenhuis in Enschede. Op 10 maart 1969 overlijdt Julia. Zij wordt begraven op de Joodse begraafplaats in Zwolle. Voor Karel is het moeilijk om de draad nog op te pakken. Hij doet de administratie en belastingaangiftes voor medebewoners. In het huis krijgt hij een hechte vriendschappelijke band met medebewoonster Annie Wallach. Op 9 mei 1982 overlijdt Karel. Hij ligt naast Julia begraven aan de Kuyerhuislaan.

Familiefoto bij de 70e verjaardag van Julia, december 1966. Zittend: Julia en Karel Denneboom. Staande v.l.n.r. zoon Ies, kleinzoon Carel, schoondochter Ali Meijers, kleinzoon Etienne, kleindochter Hanne en zoon Menno (bron: Carel Denneboom/ Aharon Oren)
Karel steekt de Chanoekia aan (bron: Etienne Denneboom)

 

 

 

 

Verantwoording

Bronnen en literatuur:
www.arolsen-archives.org
www.geni.com
www.groene.nl/artikel/lirobank-afd-zwolle
www.joodsmonument.nl
www.maxvandam.info
www.sjoa-drenthe.nl
Familieoverlevering en -documenten van Carel (Aharon Oren), Hanne en Etienne Denneboom.
Interview door Iet Erdtsieck d.d. 20-1-1983 met Menno Denneboom over het Joods onderwijs in Zwolle in de periode 1941-1943 en over de Jodenvervolging, Joods Cultureel Kwartier, AV-collectie, inv.nr. 10000741 en Idem d.d. 6-6-1984, inv.nr. 1000074.
G. Schaafsma, Schuldig Huis 1932-1956. Pro memoria Eduard Danneboom & Jacob Karel Danneboom, https://www.stolpersteine-zwolle.nl/download.php?fileID=859
P.J. (Hans) van Westen, L’Histoire de ma vie (uitgegeven in eigen beheer).

Tekst:
Mirjam Kan z.l. en Max Kan

Laatst bewerkt:
April 2022