Lampel-de Leeuwe

Salomon Lampel (1896-1974) en Johanna de Leeuwe (1909-2002)

Kolbuszowa

Salomon Lampel is op 3 maart 1896 geboren in Kolbuszowa, een kleine stad in het gelijknamige district, gelegen in Galicië-Lodomerië, in die tijd nog een kroondomein binnen de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie. Op een ansichtkaart van het marktplein van Kolbuszwowa uit 1912 prijkt dan ook een postzegel met de kop van keizer Franz Joseph I.

Salomons ouders waren Majer Lampel en Hene Stahl. Vader Majer was bontwerker. Hij vervaardigde shtreimels, bonthoeden die worden gedragen door gehuwde chassidische joden op de sjabbat en bij feestelijke gebeurtenissen. Het gezin telde 13 kinderen. De oudste was Elsa. Vader Majer stierf jong en het was Elsa die de kinderen opvoedde. [1]   

In 1910 telde het district Kolbuszowa 73.912 inwoners, waaronder 67.458 Rooms-Katholieken en 6.251 Joden (8,4%). Het Pools was de dominante taal, gesproken door ruim 73.000 inwoners. Het stadje Kolbuszowa huisvestte ruim 2.000 Joden. [2] Toen na 1918 de Donaumonarchie uiteenviel, kwam  Kolbuszowa (weer) in Poolse handen. Na 1919 bezit Salomon derhalve de Poolse nationaliteit.

Marktplein van Kolbuszowa, 1912 (bron: kehilalinks.jewishgen.org)
Galicië-Lodomerië op de staatkundige indeling anno 2022 en de administratieve indeling in 1914. Pijl wijst naar het district Kolbuszowa (bron: Wikimedia Commons)

Militair tijdens de Eerste Wereldoorlog

Tijdens de Duitse bezetting was het gezin Lampel lang ondergedoken bij koster Gerrit van Tongeren, Kerkstraat 4 in Oldenbroek. Salomon heeft daar verteld dat hij geboren en getogen was in Duitsland en dat hij als Duits soldaat in de Eerste Wereldoorlog had gevochten. [3] Vanuit de – alras onjuist gebleken – veronderstelling dat Duits-Joodse oorlogsveteranen zouden worden ontzien, heeft Salomon stappen ondernomen om hiervoor bewijs te verzamelen. Op 2 december 1942 bevestigden de Vereinigte Wehrevidenzstellen in Wenen dat Salomon Siegmund (!) Lampel van 15 april 1915 tot 30 november 1919 had gediend in het Oostenrijks-Hongaarse leger. [4] De Donaumonarchie streed tijdens de Eerste Wereldoorlog aan de zijde van het Duitse keizerrijk. Salomon had in de strijd een schotwond  opgelopen in zijn rechtervoet en hem is wegens betoonde dapperheid het bronzen Karl Truppenkreuz verleend. [5] Opmerkelijk is dat de naam Siegmund is toegevoegd.

Bewijs van militaire dienst tijdens de Eerste Wereldoorlog (bron: Rosalyn Tracy)

Vertrek uit Kolbuszowa

Na de Eerste Wereldoorlog was het leven voor Joden in het Poolse Kolboszowa zeker niet aangenaam – eufemistisch uitgedrukt. Zo vond er in mei 1919 een pogrom plaats die in haat en heftigheid doet denken aan de Kristallnacht in Duitsland in november 1938: ‘Mobs of peasants roamed the streets beating Jew they came upon. The windows of Jewish shops and homes were shattered and the stores stripped of their wares. Sacks of clothing, food, hardware, anything portable, useful or not, were hauled off by the looters. They pounded on the doors and dragged Jewish men and women from their homes and paraded them through the streets, taunting them, beating them, spitting on them, raping them, breaking them, and eventually, killing them. […] Flight was the only escape possible. […] The Polish people were euphoric, and what better way could be found to express their euphoria over their freedom than to stage a pogrom against their neighbors, the Jews’. [6] Reden genoeg voor Salomon om na zijn demobilisatie niet naar Kolbuszowa terug te keren.

Salomon Lampel in Keulen

Salomon besloot om in Keulen te gaan wonen. Uit een door de Keulse politie in 1924 afgegeven bewijs van goed gedrag blijkt dat hij sinds 24 juni 1919 een woonadres had in die stad: Heinsbergstrasse 15. Wellicht heeft hij geprobeerd om vandaaruit naar Amerika te emigreren, want daarvoor had de aanvrager dergelijk bewijs nodig. Sinds de negentiende eeuw waren grote aantallen Joden uit de shtetls van Midden-Europa hem hierin voorgegaan.

Bewijs van goed gedrag, Keulen 1924 (bron: Rosalyn Tracy)

Huwelijk met Johanna de Leeuwe

Als Salomon al van plan was om naar Amerika te emigreren, dan is dat niet gelukt. Waarom hij daarna voor Nederland heeft gekozen is niet bekend, maar hij is in elk geval in Nijmegen terecht gekomen. Vanuit die stad vestigde hij zich begin januari 1927 aan het Gasthuisplein 27 in Zwolle. [7] Hij vond werk als horlogemaker bij juwelier Steltman, destijds de grootste juwelier van Zwolle. [8]

Bij Steltman leerde hij zijn latere vrouw Johanna de Leeuwe kennen. Het moet liefde op het eerste gezicht zijn geweest. ‘My grandfather was 13 years older than my grandmother, but supposedly as soon as they met, he wanted to marry her’, aldus  kleindochter Rosalyn. Al op 20 september 1928 gaat het paar in ondertrouw en het huwelijk vond op 9 oktober 1928 plaats in Zwolle. Salomon is dan 32 jaar, Johanna 19. En nog op hun trouwdag verhuisde het paar naar Amsterdam, Eerste Anjeliersdwarsstraat 6, maar in april van het volgende jaar keerden zij weer terug naar Zwolle. [9]

Over Johanna de Leeuwe is weinig bekend. Zij is dochter en enig kind van Herman de Leeuwe (1883-1938), gehuwd met Sara Ricardo (1883-1943). Herman de Leeuwe handelde in paraplus. Hun dochter Johanna is geboren in Amersfoort op 19 februari 1909.

Juwelier Salomon Lampel

Salomon opende op 13 april 1929 een eigen zaak aan de Steenstraat 10. De zaken gingen blijkbaar goed, want al na vier jaar huurde Salomon een pand aan de meer prestigieuze Melkmarkt 24, dat op zaterdag 8 juli 1933 geopend werd. Het Overijsselsch Dagblad beschrijft op 18 juli de Horlogerie S. Lampel in lovende termen: ‘Heden opent de heer S. Lampel in het perceel Melkmarkt 24 een nieuwe zaak in uurwerken, goud- en zilverwerken. Deze zaak, waarin voorheen gevestigd was de kapperszaak van den heer Bloks, heeft een heel ander aanzien gekregen. Er zijn twee stofvrije etalages aangebracht welke zeer practisch en aantrekkelijk zijn ingericht. In de winkel zelve zijn zoowel in de toonbank als langs de muren vitrines en toonkasten, waarin de goud- en zilverwerken keurig en goed overzichtelijk liggen tentoongesteld. Ook het overige deel van den winkel ziet er allerkeurigst en aantrekkelijk uit, terwijl de verlichting modern en afdoende is. De heer Lampel toont bij ons bezoek verschillende voorwerpen, zooals het kleinste en de modernste horloges, alsmede goud- en zilverwerken. Een kijkje in de etalages en winkel loont dan ook alleszins de moeite’.

Opening juwelierszaak Steenstraat 10 (bron: POZC, 12-4-1929)
Etalage Melkmarkt 24 (bron: POZC, 5-7-1934)

Nederlanderschap

Op 8 april 1937 is Salomon tot Nederlander genaturaliseerd. [10]  Hij voldeed aan de gestelde voorwaarden van vijfjarige ononderbroken vestiging in Nederland, geen politiek activisme en – last but not least – in staat in het eigen levensonderhoud te voorzien. Salomon kon de vereiste 200 gulden waarborg betalen, een bedrag dat velen niet konden ophoesten. Hij werd derhalve geschikt geacht om burger te worden van het Koninkrijk der Nederlanden.

Dochter Hene Sara Lampel

Op 15 oktober 1929 wordt dochter Hene (ook wel: Hennele) Sara geboren. Roepnaam Hennie.  Hennie was geen vlotte leerling op de lagere school, ze had wat moeite met leren. Dat is althans op te maken uit een overzicht van de leerlingen van de Joodse Lagere School te Zwolle, schooljaar 1941/1942. Hennie is dan twaalf, maar zit nog in klas 5. Was het hierom dat ze wel ‘gekke Hennie’ werd genoemd? [11]

Hennie Lampel als bruidsmeisje bij het huwelijk (20-8-1935) van Barend Davidson (1907-1943) met Margot Keizer (1904-1998). Max Walg is bruidsjonker (bron: Hans Davidson)
Hennie Lampel op weg naar school, 1940 (bron: Willem van Norel, Joods leven in Elburg, p. 248)

 

 

Juwelierszaak onteigend

Het Nederlandse burgerschap beveiligde Salomon noch zijn gezin toen de oorlog uitbrak in 1940. Alle Duitse maatregelen tegen de Joden troffen ook het gezin Lampel en de horlogerie aan de Melkmarkt. Op 2 oktober 1941 vernam Salomon dat Julius Stanlein uit Groningen was aangesteld als bewindvoerder om zijn zaak te liquideren. Feitelijk betekende het dat Salomon was onteigend in het kader van de verwijdering van Joden uit het economisch leven. En dan gaat het snel. Op 20 mei 1942 vernam zijn clientèle uit de krant dat Horlogerie Suisse, horlogemakerij en kleinhandel in goud- en zilverwerken, was geliquideerd. Het gezin Lampel zat zonder inkomsten, want de opbrengsten van de liquidatie moesten worden gestald bij de roofbank Lippmann, Rosenthal & Co.

Arrestatie van Salomon in juli 1942

Evenals tientallen andere Zwolse Joodse mannen kreeg Salomon Lampel op 5 juli 1942 een oproep om zich op 7 juli bij het Zwolse arbeidsbureau te melden voor een medische keuring met het oog op tewerkstelling in een werkkamp elders in Nederland. Een aantal mannen, onder wie Salomon Lampel, kwam op voorstel van Siegfried de Groot in diens woning aan de Sassenstraat 3 op de avond van 6 mei bij elkaar. Om de kans op afkeuring te vergroten had Siegfried de Groot zijn vrienden voorgesteld de hele nacht door te halen en wakker te blijven met kaarten of het kijken van films.

De mannen werden echter verraden door de Zwolse rijwielhandelaar Johan Geerink, een NSB’er die de bijeenkomst aangaf bij de waarnemend commissaris van politie in Zwolle Willem de Bouter, een vurig nationaalsocialist. [12] Alle aanwezigen werden door de Zwolse politie gearresteerd: Siegfried de Groot en zijn vrouw Bertha Lippers, Izaac de Leeuwe, Levie Israëls, Salomon Lampel, Eduard Anholt en Menno Jacob van Zuiden.

Gevraagd naar de reden van hun arrestatie had Lampel te horen gekregen dat de mannen een verboden communistische bijeenkomst hadden gehouden. De arrestanten waren vervolgens ter beschikking gesteld van de Sicherheitspolizei in Arnhem. Bertha Lippers, Eduard Anholt en Salomon Lampel zijn uit handen van de Duitsers geraakt. Hoe is onbekend. De anderen zijn bij wijze van afschrikking gedeporteerd naar het concentratiekamp Mauthausen en daar vermoord.

Siegfried de Groot had een film van Mickey Mouse willen vertonen. [13]

Lampels juwelierszaak onteigend door de nazi’s (bron: Collectie Overijssel, Handelsregister Zwolle, nr 4565)
Politieverslag van de arrestatie op 6 juli 1942 (bron: Collectie Overijssel, Politiearchief Zwolle, inv.nr. 33)

Onderduik 1942-1945

Na deze ervaring duikt het gezin onder. Aanvankelijk vonden Salomon en Johanna via bevriende artsen onderdak in het Sophia Ziekenhuis aan de Rhijnvis Feithlaan. Dochter Hennie kreeg onderdak in de Koestraat 9a bij Bentsion Baruch Hirsch, zoon van opperrabbijn Juda Samuel Hirsch. [14] Onbekend is hoe door deze artsen is geïntervenieerd. Wel is bekend dat zowel het Sophia Ziekenhuis als het Rooms-Katholieke ziekenhuis aan de Weezenlanden onderdak hebben geboden aan Joodse onderduikers. De aan het Sophia Ziekenhuis verbonden chirurg Jean C.P. Eeftinck Schattenkerk zat in het verzet. [15] Tevens heeft hij samen met de Deventer schoolarts Jean J. Brutel de la Rivière en de Haarlemse huisarts Jan Roorda in het stationskoffiehuis te Zutphen de organisatie van het artsenverzetswerk opgericht, genaamd Medisch Contact. [16]

Na een verblijf van 6 weken in het ziekenhuis is de hele familie ondergebracht in Oldebroek bij de familie Van Tongeren, toen koster. Toen het daar te gevaarlijk werd, is Salomon met zijn vrouw vanaf 18 januari 1945 bij een ander gezin in Oldebroek ondergedoken, terwijl dochter Hennie in Elburg een plek kon vinden. Daar was haar laatste adres een pand aan de Mheenpoortstraat. Na de bevrijding werd Hennie met haar ouders herenigd.

Heropening Lampel’s Horlogerie

Officieel heropende Salomon Lampel op 3 mei 1946 zijn juwelierszaak aan de Luttekestraat 40, maar het handelsregister vermeldt de vestiging aan de Luttekestraat al op 23 juli 1945. De (oude) naam Lampel’s Horlogerie Suisse was inmiddels gewijzigd in Lampel’s Horlogerie. Aan de gevel van het pand kwam een grote klok te hangen met daarop reclame voor PONTIAC  – toen een bekend horlogemerk. Eddy de Weerd (1929-2012) herinnerde zich nog dat dochter Hennie met een auto door de stad reed waarop als reclame voor de zaak eveneens een klok was gemonteerd. [17]

Dat Salomon al vrij snel na de oorlog in staat was om zijn zaak te heropenen, is wellicht dankzij gaven uit Amerika. Elsa, de oudste zus van Salomon, die al voor de oorlog naar Amerika was geëmigreerd, stuurde regelmatig pakketjes naar haar broer in Zwolle. Kleindochter Rosalyn: ‘Aunt Elsa was a business woman who owned a leather factory that made pocketbooks and was rather successful. […] After the war, it was this sister that continued to send many packages to Zwolle to my grandparents. With the help of the items she sent, my grandparents were able to re-establish their lives and reopen the jewelry store they had before the war. My mother always told me how Elsa sent so many packages that the Lampels got the most packages from anyone in Zwolle’.

Salomon en Johanna in hun heropende zaak aan de Luttekestraat 40, 3 mei 1946 (bron: Van Norel, p. 248)
Gezinsfoto, 1947 (bron: Van Norel, p. 250)

Hennie Lampel huwt Abraham Tracy

Hennie is na de oorlog wel verloofd geweest met een stadgenoot, maar zij heeft die verloving verbroken. Toen besloten haar ouders dat hun dochter maar naar tante Elsa in Amerika moest gaan, waarschijnlijk met de bedoeling daar een echtgenoot te vinden. Zij vertrok op 22 december 1952 met de Rijndam uit Rotterdam. De overtocht kostte het voor die tijd niet onaanzienlijke bedrag van 190 gulden. In het huis van tante Elsa heeft zij waarschijnlijk Abraham Tracy ontmoet. Over hem is weinig bekend. Eddy de Weerd vertelde dat Abraham Tracy een zeer vrome Jood was; hetzelfde wordt overigens gezegd van Hennie.

Abraham en Hennie verloofden zich op 27 februari 1953 in New York, kort daarna gevolgd door een burgerlijk huwelijk. [18] De belangrijkste reden voor dit snelle huwelijk was dat immigratieverzoeken sneller werden behandeld als het om getrouwde partners van Amerikanen ging. Even zo goed moest Hennie nog een jaar wachten op toestemming zich definitief in de Verenigde Staten te vestigen. En daarom keerde Hennie als getrouwde vrouw terug naar Zwolle om in het ‘wachtjaar’ op 2 mei 1954 op traditionele wijze (onder de choepah) in de Zwolse synagoge te trouwen met Abraham, die per vliegtuig naar Nederland was overgekomen. [19] Vrijwel direct na deze plechtigheid keerde het paar terug naar New York. Op 12 mei 1954, aan boord van de Nieuw Amsterdam, dankten Hennie en Abraham per advertentie voor de zeer vele blijken van belangstelling die zij bij hun huwelijk mochten ondervinden.

Het echtpaar Tracy kreeg twee dochters: Rosalyn (1955) en Clare Suzan (1963). Ten tijde van het schrijven van dit artikel is Abraham overleden en leeft Hennie in een verzorgingshuis.

Hennie Lampel en Abraham Tracy, 1954 (bron: Van Norel, p. 248)

Salomon en Johanna in New York

Op 15 januari 1955 emigreerden ook Hennie’s ouders naar Amerika. Met de Rijndam voeren zij naar Southhampton, waar ze overstapten op de Queen Mary. Kort daarvoor, op 5 november 1954 had de totale uitverkoop van Lampels juwelierszaak plaatsgevonden en op 15 december was mej. W.G. Zetsma de nieuwe eigenaresse geworden. [20]

Op 6 september 1960 werd Salomon Lampel officieel Amerikaans staatsburger. Hij woont dan op de 25th Avenue in Brooklyn, New York. Zijn vrouw Johanna kreeg ook deze nieuwe status. Emigratie was aanvankelijk geen succes, althans niet voor Johanna. Zij kon maar moeilijk wennen aan het leven in New York. Zij miste het haar familie en het zo vertrouwde Zwolle. Salomon en Johanna keerden terug naar Zwolle, maar nu speelde vooral bij Salomon het gemis aan zijn dochter, kleinkind en zeker ook zijn oudste zus Elsa met wie hij een nauwe band onderhield. Hij wist zijn vrouw ervan te overtuigen weer terug te keren naar de Verenigde Staten, waar zij zich in november 1963 definitief vestigden. Elsa overleed in 1976.

Bewijs van Salomons naturalisatie tot Amerikaan, 1960 (bron: Rosalyn Tracy)

Verbonden met Israël

Salomon Lampel, geboren in 1896 in Kolbuszowa in Galicië, een landstreek in de Dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije, soldaat in het leger van de Habsburgers, tot Pool geworden na de Eerste Wereldoorlog, in 1928 in Nederland getrouwd met Johanna de Leeuwe en tot Nederlander genationaliseerd in 1936, ondergedoken in de Tweede Wereldoorlog, naar Amerika geëmigreerd in 1955 en Amerikaan geworden in 1960, stierf op 13 oktober 1974 in de Verenigde Staten. En nog was zijn tocht nog niet ten einde.

Salomon voelde zich nauw verbonden met Israël. Op zijn 75e verjaardag (3 maart 1971) werd hij door zijn familie bij wijze van cadeau ingeschreven in het Sefer Hazahav, het Gouden Boek van het Joods Nationaal Fonds in Jeruzalem. Salomons lichaam is overgebracht naar Israël, alwaar hij in Jeruzalem begraven is op de begraafplaats Har Hamenoechah. [21] Zijn leeftijd was 78 jaren. Op 11 september 2002 overleed Johanna de Leeuwe, 93 jaar. Zij is bij haar man in Jeruzalem begraven.

Verantwoording


Tekst:
Gerrit Schaafsma
Laatst bijgewerkt:
September 2022

Bronnen en Literatuur

[1] Veel informatie over de familiegeschiedenis is afkomstig van Rosalyn Tracy, kleindochter van Salomon en Johanna Lampel-de Leeuwe. E-mails uit 2022 in bezit van de auteur.

[2] https://de.wikipedia.org/wiki/Bezirk_Kolbuszowa.

[3] https://sjoelelburg.nl/joodse-onderduiklocaties/oldebroek-kerkstraat-4-g-van-tongeren.

[4] Deze militaire personeelsadministratie is thans ondergebracht bij het Österreichisches Staatsarchiv in Wenen, https://www.archivinformationssystem.at/detail.aspx?ID=6695.

[5] https://nl.wikipedia.org/wiki/Karel-Troepen-Kruis.

[6] Norman Salsitz with Stanley Kaish, Three Homelands, memories of a Jewish Life in Poland, Israel, and America (New York 2002), p. 14.

[7] Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant (POZC), 8 -1-1927.

[8] Willem van Norel, Joods Leven in Elburg. Gedenkboek (Oudheidkundige vereniging Arent thoe Boecop 2014), p. 248

Genoemde juwelier Steltman is Johannes Lubbertus Steltman (1879-1930), getrouwd met Frederika Rijkmans (1891-1973). Hij was een zoon van Lubbertus Steltman, een goud- en zilversmid uit Steenwijk en familie van Johannes Steltman (1891-1961), die een (wereld)beroemde goud- en zilversmid zou worden, met een winkel in Den Haag. Kenmerkend voor diens ontwerpen zijn bloemen- en plantenmotieven en dan vooral de lotusbloem.

[9] POZC, 13-4-1929.

[10] Wet van 8-4-1937, Staatsblad 1205.

[11] Eddy de Weerd (1929-2012), geïnterviewd door Hans Davidson in de jaren 1990. Geluidsopname in bezit van Hans Davidson.

[12] Meer informatie over deze fietsenhandelaar is te vinden in een bijdrage voor het televisieprogramma Pointer, geschreven door Tanne van Bree en Thomas Mulder, https://pointer.kro-ncrv.nl/van-fietsenhandelaar-tot-foute-vastgoedeigenaar-en-joden-verrader

[13] Ad van Liempt, Jodenjacht. De onthutsende rol van de Nederlandse politie in de Tweede Wereldoorlog (Amsterdam 2011), p. 271.

[14] Willem van Norel beschrijft in zijn boven aangehaald werk de onderduikgeschiedenis meer in detail. Zie ook: https://elburginoorlogstijd.nl/mobilisatie-en-bezetting/educatie-primaironderwijs/onderduik-po/hennylampel/.

[15] Kees Ribbens, Bewogen jaren. Zwolle in de Tweede Wereldoorlog (Zwolle 1995), p. 156-159.

[16] M.J. van Lieburg, Vergeten helden, in: Medisch Contact, 30-03-2009, nr. 18, p. 64.

[17] Zie noot 11.

[18] Nederlands Israëlitisch Weekblad (NIW), 27-2-1953.

[19] NIW, 16-4-1954.

[20] POZC, 30-10-1954, NIW, 21-1-1955.

[21] NIW, 8-11-1974