Dries van Loggem (1922-2010)
Isaac (Dries) van Loggem is in Amsterdam geboren op 16 juli 1922. Zijn ouders zijn de diamantslijper Jacques van Loggem (Amsterdam 1893) en Betsy Witmond (Amsterdam 1890). Na Dries volgt op 11 december 1923 nog dochter Mary. Tot de noodlottige jaren 1942-‘43 woont het gezin aan de Tugelaweg 45 III in Amsterdam. Dries haalt er zijn eindexamen.
Weliswaar groeit Dries op in Amsterdam en woont hij het grootste deel van zijn leven in de Verenigde Staten, de jaren 1942-1949 in Zwolle zijn van grote en blijvende invloed geweest. Zwolle is dan ook de plek waar hij tot op hoge leeftijd regelmatig naar terugkeert.
Atie en Nico Noordhof
In april 1942 duikt Dries onder bij Atie en Nico Noordhof in de Zwolse P.C. Hooftstraat 18. Hier zal hij tot de bevrijding blijven. Het contact met Nico Noordhof loopt via Aron (Nol) van Boele, een neef van Dries die eveneens op de Tugelaweg woont op nummer 25 II. Nol is de verloofde van de Zwolse Klara Jetje (Klaartje) Koopman. Nico Noordhof had ooit op kamers gewoond bij Klaartje’s ouders aan de Jufferenwal 38 in Zwolle.
Nicolas Corneille (Nico) Noordhof en zijn vrouw Adriana Frederika (Atie) Bartel zijn allebei te Zwolle geboren in het jaar 1900. Nico werkt bij de Provinciale Waterstaat, Atie is pianolerares. Het in 1932 getrouwde paar blijft kinderloos. Naast Atie’s vader, Johan Bartel, nemen Atie en Nico uiteindelijk veertien onderduikers in hun huis op, onder hen Ruben Meijer Koopman met zijn dochter Klaartje en vijf leden van de Zwolse familie Caneel. Dries was hun eerste onderduiker. Atie en Nico zeggen nooit “nee” bij de opvang van Joden, behalve als hen wordt gevraagd om een moeder met een baby onderdak te geven. Dat zou te veel risico opleveren.
Leven in onderduik
Iedereen heeft een vaste taak in de huishouding. Dries schilt de aardappelen, maar hij doet dit zo dik dat hij beter kan gaan afwassen. Samen met de broers Caneel produceert hij de regionale editie van de ondergrondse krant Vrij Nederland. Typen moet voorzichtig gebeuren, opdat de buren het niet horen.
In de veronderstelling dat hij gezien zijn uiterlijk niet als Jood zal worden herkend, laat Nico Dries soms een kort rondje buitenshuis maken. In het begin maakt hij dankbaar gebruik van de gelegenheid om wat frisse lucht te scheppen, maar al gauw voelt hij zich op straat zo anoniem en eenzaam dat hij daarmee stopt. In het geheim op straat lopen voelt als surrogaatvrijheid. Af en toe wordt hij op pad gestuurd om ’s nachts bij de nabijgelegen Koningin Emmaschool in de vuilnisbakken naar etensresten te zoeken.
Bij toerbeurt moeten de onderduikers de omgeving in de gaten houden. In de buurt zijn Duitse militairen gelegerd. Bij onraad verdwijnen alle onderduikers naar de dakgoot of wachten ze dicht op elkaar gepakt in een kleine ruimte achter de houten muur van een kamer totdat de kust veilig is. De onderduikers mogen niet naar het gewone toilet opdat de buren geen argwaan krijgen. Ze moeten gebruik maken van een emmer die regelmatig wordt geleegd. Het leven met zoveel onderduikers in de beperkte ruimte van één huis is niet makkelijk. Het zijn beklemmende jaren. Op 14 april 1945 wordt Zwolle bevrijd en kunnen de onderduikers tevoorschijn komen.
Het lot van Dries’ familie
Op enig moment eind ’43-begin ’44 neemt Atie Dries terzijde en vertelt hem dat zijn ouders en zusje zijn opgepakt en naar het oosten gedeporteerd. Voor Dries is het duidelijk dat zijn moeder als borstkankerpatiënt onmogelijk de ‘tewerkstelling in het oosten’ kan overleven. Hij raakt erg overstuur en Atie probeert hem zo goed als mogelijk op te vangen. Zijn angsten blijken terecht. Na verloop van tijd blijkt Dries de enige overlevende van zijn naaste familie. Zijn vader is op een onbekende plek in Polen omgekomen, uiterlijk op 31 maart 1944. Zijn moeder en zijn zusje Mary zijn op 22 oktober 1943 vermoord in Auschwitz. Ook zijn 15 in Nederland wonende ooms en tantes zijn vermoord en van zijn 13 neven en nichten overleven er slechts drie. In de loop van de decennia is de pijn van dit enorme verlies naar zeggen van Dries veranderd, maar zeker nooit verdwenen. Hij is voor het leven getekend.
Dries herpakt zich; de Zwolse periode
Naast de Noordhofs spannen meerdere mensen uit Zwolle, onder hen Meijer en Reina Kan-Slager, een sociaal en emotioneel vangnet voor Dries. Hij blijft nog ruim vier jaren in Zwolle, werkzaam als journalist bij het Zwolsch Nieuws- en Advertentieblad (Ten Heuvels Krant), in de wandeling ook wel genoemd “De Bult”. Het is werk waar hij van houdt en dat hem goed ligt, al valt het hem begrijpelijkerwijze erg moeilijk als rechtbankverslaggever collaboratiezaken te verslaan.
Op zoek naar een nieuwe wereld
In het najaar van 1949 keert Dries terug naar Amsterdam, waar hij werkt als reclameman voor filmtheater Tuschinsky. Roeien is zijn favoriete sport en als instructeur bij roeivereniging Poseidon ontmoet hij Dora (Dolly) Izaaks, zijn toekomstige echtgenote. Dolly’s familie runt een lunchroom. Dora’s moeder is niet Joods, haar Joodse vader moest wel een ster dragen en werd enkele malen opgepakt maar kwam steeds weer vrij. Ook Dolly’s oudere zus overleeft de oorlog.
Veel Joden vonden het in de eerste naoorlogse jaren moeilijk in Nederland hun draai te vinden. Als zijn oom Maurits (Maurice) Witmond hem uitnodigt te komen werken in zijn diamantzaak in New York waagt Dries de grote stap en vertrekt in 1953 naar Amerika, enige tijd later gevolgd door Dolly. Op 14 december 1955 trouwen zij in New York City. Maurits Witmond had via allerlei omwegen in juni 1940 New York weten te bereiken.
Tientallen jaren werkt Dries als succesvolle diamanthandelaar in het voornamelijk door Joden gerunde diamantdistrict. Diamanten zeggen hem eigenlijk niet zo veel, liever was hij journalist gebleven, vertelt hij later aan Igor Cornelissen. Het paar woont in een Joodse wijk in New York zonder echt te participeren in het Joodse leven. Dries is wel actief in de vrijmetselarij.
‘Jaarlijkse pelgrimage naar Zwolle’
Nico Noordhof overlijdt in 1953. Dries komt voor zaken regelmatig naar Antwerpen en bezoekt dan altijd Atie. Ook houdt hij andere Zwolse contacten aan, zoals Igor Cornelissen, Benno Levie en Harry en Olly Kan. Na het overlijden van Atie in 1983 blijft Dries trouw de graven van de Noordhofs bezoeken. Hij wil dat altijd alleen doen en noemt dit ‘mijn jaarlijkse pelgrimage’. Dikwijls neemt hij zijn in 1960 geboren dochter Brenda Geraldine mee naar Zwolle. Atie Noordhof had een bijzondere band met Brenda. Zij kon Brenda veel vertellen over de voor Dries allesbepalende oorlogsjaren waarover hij zelf nauwelijks sprak.
In 1999 zijn Dolly en Dries in Zwolle aanwezig bij de postume uitreiking van de Yad Vashem-onderscheiding ‘rechtvaardige onder de volkeren ‘ aan Atie en Nico Noordhof. Dries geeft bij die gelegenheid een interview aan RTV Oost in het voormalige huis van de Noordhofs. Dit interview is hier te downloaden. Indirect vertelt hij zo ook zijn dochter Brenda over zijn oorlogservaringen. Rechtstreeks is hij daartoe niet in staat.
Trauma’s
‘Survivor’s guilt’, schuldgevoel dat hij als een van de zeer weinigen in zijn familie de oorlog heeft overleefd, drukt zwaar. Geloof in God biedt geen troost. Waarom zou Hij dan dergelijke misdaden hebben toegestaan? Dries is een man van weinig woorden, droevig en kwaad. Zijn hele leven lang heeft hij er moeite mee zijn gevoelens te uiten. Omstreeks 2003 laat Dries zijn dochter in Amsterdam de buurt zien waar hij is opgegroeid. Ze gaan naar de Hollandsche Schouwburg, van waaruit zijn familie is weggevoerd. Bij de namenwand strijkt hij Brenda’s hand over de achternamen van zijn vermoorde familieleden. Het is de enige keer dat Brenda haar vader ziet huilen.
In 2003 verhuizen Dries, Dolly en Brenda vanuit New York naar Mission Viejo, ten zuiden van Los Angeles. In zijn laatste levensjaren glijdt Dries weg in dementie, gekweld door nachtmerries; beelden dat hij zijn ouders naar hem ziet toelopen of dat hij zijn moeder en zus hand in hand de gaskamer ziet binnenstappen. Hij vindt geen rust. Dries overlijdt op 3 december 2010. Zijn as is uitgestrooid over zee. Dolly overlijdt In april 2020.
Brenda realiseert zich dat haar vader iemand was met een warm hart, maar zijn trauma’s als holocaustoverlevende hebben ook haar niet onberoerd gelaten.
Verantwoording
Bronnen:
Jaap Hagedoorn, Veertien onderduikers in de Zwolse P.C. Hooftstraat, https://mijnstadmijndorp.nl/app/verhalen/veertien-onderduikers-in-de-zwolse-pc-hooftstraat
Mirjam Kan, ‘Dries van Loggem’, ca 2011. (Collectie Overijssel, Collectie Mirjam Kan).
Bevolkingsregister Amsterdam.
Correspondentie van Mirjam Kan met Brenda van Loggem en Igor Cornelissen, 2010-2011 (Collectie Overijssel, Collectie Mirjam Kan).
Correspondentie van Max Kan met Brenda van Loggem, 2021-2022 (Archief Max Kan).
Interview Igor Cornelissen met Dries van Loggem, Het Parool, 16 maart 1991.
Interview RTV Oost met Dries van Loggem, 1999 (Collectie Overijssel, film 14665 BB03855).
http://sousamendesfoundation.org/family/konijn-montezinos-polak-witmond
www.wiewaswie.nl
Tekst:
Mirjam Kan z.l. en Max Kan
Laatst bewerkt:
Augustus 2022