‘de mogelijkheid gegeven om per bus te reizen’

Bejaarde Joodse Zwollenaren op weg naar Westerbork, 8 april 1943

De eerste grote deportatie van Joden uit Zwolle vond plaats in oktober 1942, de tweede volgde in november 1942, de derde in april 1943. Op 6 april 1943 maakte de bezetter bekend dat uiterlijk 10 april alle Joden Overijssel en Gelderland moesten verlaten. Uitgezonderd waren de gemengd gehuwden (Joden met een niet-Joodse partner) en de zogenoemde half- en kwartjoden (personen met twee respectievelijk één Joodse grootouder).

Deportatielijst

Op de Zwolse deportatielijst stonden 123 personen. Vijftien van hen doken onder en veertien anderen werden om uiteenlopende redenen alsnog  ‘vorübergehend zurückgelassen’. Het echtpaar Adelaar-van Huiden koos voor de dood in hun woning Soendastraat 14. Op 8 en 9 april zijn uiteindelijk  92 Joodse Zwollenaren gedeporteerd naar de kampen Vught en Westerbork.

Fragment van de deportatielijst van 8-9 april 1943 (bron: Collectie Overijssel, Archief gemeentebestuur Zwolle, inv.nr. 3009)

Op 8 april arriveerden 27 Joodse Zwollenaren in Westerbork: 19 bejaarden, daarnaast Reintje Zilverberg-Drukker en Saartje Zilverberg-van der Veen met hun zes jonge kinderen. De ouderen zijn onder politiebewaking met de bus van huis opgehaald en rechtstreeks van Zwolle naar Westerbork gebracht. Onduidelijk is nog of ook de gezinnen Zilverberg met deze bus zijn meegegaan, dan wel met de trein naar Westerbork zijn gedeporteerd. De bus telde dus minimaal 19 en maximaal 27 onvrijwillige passagiers. Op 9 april zijn 65 personen met de trein naar kamp Vught gedeporteerd. In de maanden daarna gingen zij op verschillende momenten vanuit Vught naar Westerbork en verder.

Uniek ooggetuigenverslag

Een uniek ooggetuigenverslag van de busreis van de Zwolse bejaarden is bewaard gebleven. Fijtje Elte-Heijselaar (1897-1998) kreeg toestemming de ouderen tijdens hun noodlottige reis te begeleiden. Als niet-Joodse echtgenote van leraar – en in deze periode rector van het Joods Lyceum – Salomon Elte (1889-1955) was zij goed bekend met de Zwolse Joodse gemeenschap. Op 9 april deed Fijtje Elte verslag van de busreis in een brief aan Michel Leo (Max) Hes (1897-1983) en zijn vrouw  Ilse Hes-Bouscher (1907-1982). Hun (schoon)ouders, Hartog en Mietje Hes-Marcus, behoorden tot de inzittenden.

Fijtje probeert in haar brief over te brengen dat de reis rustig is verlopen en dat er naar omstandigheden redelijk voor de bejaarden is gezorgd. Zij kan echter het verdriet, de zorgen en de angst ook niet verhelen. Met de kennis van nu is het een enigszins surrealistisch beeld.

De brief

‘Zwolle 9 april ’43
Beste Ilse en Max, Ik denk dat jullie ’t wel erg prettig zult vinden te hooren hoe buitengewoon flink je vader en je moeder zich gehouden hebben bij hun vertrek naar Westerbork. Ik kan jullie dit alles het beste vertellen, omdat ik ze tot Westerbork weggebracht heb. Deze week moesten ze kiezen tusschen Vught en Westerbork; Vught beteekende een vermoeiende reis met veel overstappen, reizen op eigen gelegenheid (ik zou ze wel weggebracht hebben) en van Vught af op nog onbekende manier naar ’t ver afgelegen kamp en daar uren in de rij staan. Voor Westerbork was voor de moeilijk te vervoeren oude menschen de mogelijkheid gegeven om per bus te reizen, de bus zou ze van huis halen, dus dat was de gemakkelijkste reis. Toch wilden je ouders aanvankelijk liever naar Vught, maar ik had er geen rust van om de vermoeiende reis en na overleg met dr H.  is toch ’t besluit naar Westerbork genomen. Niemand van ‘t Joodsche verplegende personeel durfde mee, ook doktoren en J. Raad niet, uit vrees daar vastgehouden te worden. Ik heb toen aangeboden mee te gaan en daarvoor is toestemming gegeven. De bus kwam ‘t laatst bij je ouders; ondanks de drukte en zorgen van ’t inpakken waren ze rustig en flink, alles was goed verzorgd. ’t Afscheid was natuurlijk even moeilijk, maar toen de bus eenmaal reed, was ’t de oude “tante Mietje” weer. De reis verliep prettig en goed. Ik was erg blij dat ik meegegaan was; ’t deed de menschen goed nog even al hun leed en zorgen uit te kunnen praten en anders waren ze alleen maar onder politiegeleide geweest. De beide oude tantes waren ook mee; ze hebben de reis ook goed gemaakt. De aankomst in W. was gelukkig erg prettig; hulp voor de zieke menschen was er voldoende, ook voor de bagage werd goed gezorgd. Ik ben blij dat ik jullie deze vrij rustige omstandigheden kan schrijven al begrijp ik dat er zorgen en verdriet genoeg overblijven. Ik moet jullie natuurlijk de heel hartelijke groeten doen. Ze vonden de gedachte dat ik jullie direct op de hoogte kon brengen, erg prettig. Ik hoop dat ook jullie de kracht en sterkte zullen hebben deze ellendige tijd door te komen.
Met hart. gr. van ons allen. Fijtje.

Judikje en Betje van Esso zijn de ‘oude tantes’ over wie Fijtje spreekt. De ongetrouwde zussen woonden aan de Zeven Alleetjes 10. Judikje van Esso bereikte de leeftijd van 87 jaar en was het oudste Zwolse slachtoffer van de Holocaust. ‘Dr H.’ was vermoedelijk Elisabeth (Betsy) Hengeveld (1884-1964), huisarts en kinderarts in Zwolle. Zij was bekend met de familie Hes.

Reactie Max Hes

Max en Ilse Hes-Bouscher waren ondergedoken. De informatie over de deportatie heeft hen vrij snel via ondergrondse kanalen bereikt. In zijn kleine zakagenda die dient als dagboek, noteert Max Hes bij 11 april: ‘Go komt de treurige tijding van deportatie oude lui en vele anderen brengen. Ofschoon verwacht, zijn zeer terneergeslagen. Alle hoop hen ooit terug te zien is verloren. Geen kans meer op een laatste herinnering als zij het tijdige met het eeuwige gewisseld hebben welk ogenblik wel ras zal naderen’. Het vakje 8 april markeert hij met een rouwrand. Centraal daarin de tekst: ‘Een zwarte dag. Om 15 uur oudelui weggehaald. Er past slechts één gedachte, overleven en wraak’. Uit deze woorden blijkt niet alleen woede en droefenis. Max Hes maakt zich geen illusies over het lot dat zijn ouders te wachten staat. 

‘Go’ is Go Stins die met haar echtgenoot Jaap woonde in het bovenhuis Rodetorenplein 8 te Zwolle. Hier woonden ook Hartog en Mietje Hes gedurende het eerste halfjaar van 1942 nadat hun eigen huis, Melkmarkt 45, door de Wehrmacht was gevorderd. Het echtpaar Stins fungeerde als communicatieknooppunt voor de ondergedoken leden van de familie Hes. Ook hebben zij Hartog en Mietje Hes-Marcus tot vlak voor hun deportatie bijgestaan.

Dagboek van Max Hes, 8 april 1943 (bron: familiearchief Hes)

Een mens is pas vergeten, wanneer zijn naam is vergeten

Geen van de inzittenden zal de Sjoa overleven. Allen sterven in de gaskamers van Sobibor.

Naam  Geboorteplaats Geboortedatum Overlijdensplaats Overlijdensdatum
Bilderbeek,  Aaltje  Zwolle 18.08.1862 Sobibor 16.04.1943
Bilderbeek, Reintje Zwolle 20.06.1870 Sobibor 16.04.1943
Davidson, Leentje Zwolle 23.01.1877 Sobibor 16.04.1943
Davidson-Salomon, Bertha Dülmen 01.01.1875 Sobibor 16.04.1943
Drukker-Brest, Jetje Blokzijl 03.10.1863 Sobibor 23.04.1943
Esso, Judikje van Blokzijl 01.08.1855 Sobibor 16.04.1943
Esso, Betje van Blokzijl 21.02.1857 Sobibor 16.04.1943
Frank, Abraham   Klundert 27.12.1872 Sobibor 23.07.1943
Frank-van Oss, Regina Mathilde Werkendam 17.09.1873 Sobibor 23.07.1943
Groot-Dannenberg, Clara de Adelebsen 10.06.1872 Sobibor 30.04.1943
Hes, Hartog  Gorredijk 24.04.1862 Sobibor 07.05.1943
Hes-Marcus, Mietje  Dokkum 20.10.1869 Sobibor 07.05.1943
Visser-Jesaijes, Esther Zwolle 22.10.1860 Sobibor 16.04.1943
Levie-van Dam, Henderiette Ooststellingwerf 31.12.1856 Sobibor 16.04.1943
Polak-Luteraan, Hendrika Zwolle 09.05.1857 Sobibor 16.04.1943
Rudelsheim, Susanna   Zwolle 15.04.1867 Sobibor 02.07.1943
Simon-Lichtenstein, Karoline Münster 15.02.1863 Sobibor 23.04.1943
Vecht, Jacob  Elburg 12.01.1858 Sobibor 16.04.1943
Vegt-Cohen, Essiena  Wildervank 18.12.1863 Sobibor 16.04.1943
Zilverberg-van der Veen, Saartje Beilen 22.07.1902 Sobibor 16.04.1943
Zilverberg, Esther  Zwolle 05.09.1926 Sobibor 16.04.1943
Zilverberg, Izaak Zwolle 01.06.1931 Sobibor 16.04.1943
Zilverberg, Betje Zwolle 12.01.1934 Sobibor 16.04.1943
Zilverberg, Julia Zwolle 22.05.1938 Sobibor 16.04.1943
Zilverberg-Drukker, Reintje Steenwijk 04.12.1903 Sobibor 21.05.1943
Zilverberg, Ester Zwolle 21.10.1934 Sobibor 21.05.1943
Zilverberg, Jetje Zwolle 05.06.1938 Sobibor 21.05.1943
Aaltje Bilderbeek (bron: Stadsarchief Amsterdam)
Bertha Davidson-Salomon (bron: Hans Davidson)
Judikje en Betje van Esso (bron: Fien Cohen-Marcus)
Hartog Hes (bron: familiearchief Hes)
Mietje Hes-Marcus (bron: familiearchief Hes)
Jacob Vecht (bron: Sjoel Elburg)
Ester en Jetje Zilverberg (bron: www.joodsmonument.nl)

Verantwoording

Bronnen:
Administratie Kamp Westerbork (met dank aan José Martin).
Joodse Raad Kaarten uit www.oorlogsbronnen.nl.
Collectie Overijssel, Toegang 702, Archief gemeentebestuur Zwolle, inv.nr. 3009.
Echtpaar Adelaar-van Huiden: https://www.judaica-zwolle.nl/article.php?articleID=180.
Persoonspagina’s van de gedeporteerden op www.joodsmonument.nl.
De dagboeken van Max Hes en de brief van Fijtje Elte-Heijselaar bevinden zich in het familiearchief Hes dat in 2022 zal worden overgebracht naar Collectie Overijssel. Met dank aan Harry N. Hes voor de transcripties en nadere duiding.
Tekst:
Piet den Otter
Laatst bijgewerkt:
Januari 2022